Interview: De levenskracht van de winkelstraat

Auteur Olaf Zwijnenburg

okt 22, 2024

Tekst: Fleur de Weerd. De Volkskrant. 22-10-2024. Met Gertjan Slob van Locatus.

De dood van de Nederlandse winkelstraat wordt al jaren voorspeld. Maar geen van de horrorscenario’s komt uit. Wat maakt de winkelstraat zo veerkrachtig? Een wandeling door het centrum van Amersfoort.

Je ging erheen voor een broodnodige nieuwe spijkerbroek, om cd’s te checken, een nieuwe (lava)lamp uit te zoeken. En – vooral als je jong was – om eindeloos te flaneren en je kleedgeld te verbrassen. In de jaren negentig gebeurde het in Nederland in de winkelstraat.

Het gevoel van onbehagen was dan ook groot toen rond 2008 de voorspelling klonk dat onlineshoppen de fysieke winkel kopje onder zou duwen. Centra van dorpen en steden zouden verworden tot spookstraten, zoals in Frankrijk! Nu, ruim vijftien jaar later, blijkt dat dit horrorscenario niet is uitgekomen. De winkelstraat is allesbehalve dood. Maar vergis je niet, zegt sectormanager retail Olaf Zwijnenburg van de Rabobank, ‘er is veel gebeurd in de fysieke winkelstraat’.

Hoewel vaste waarden als Kruidvat, Hema, Zeeman en Hans Anders nog altijd fier overeind staan, zijn andere ketens en zelfs hele  winkelsoorten uit het straatbeeld verdwenen. ‘De afname van het aantal fysieke winkels tussen 2010 en 2024 is heel fors geweest’, zegt Zwijnenburg. Centra zijn kleiner en compacter geworden en er is veel meer horeca in de binnensteden gekomen. ‘Globaal zie je dat het aantal winkels dat geen voedsel verkoopt of serveert, is afgenomen. Dit komt door de concurrentie van internet en doordat er in de periferie grotere winkels zijn ontstaan: grote supermarkten, maar ook outletcenters en meubelboulevards.’

Welke metamorfose heeft het Nederlandse winkelgebied de afgelopen jaren ondergaan? De Volkskrant gaat kijken in Amersfoort. Daar geven de straten De Kamp, de Langestraat en de Utrechtse straat samen volgens onderzoeksbureau Locatus een goed beeld van de gemiddelde Nederlandse winkelstraat. Een wandeling langs zes winkelpanden die staan voor de omwentelingen die de winkelstraat de afgelopen twee decennia heeft doorgemaakt.

 

De bezorgrevolutie

Jarenlang werden achter de 13de-eeuwse gevel van De Kamp 72 bedden, banken en stoelen verkocht. Maar dat is voorbij. De laatste drie jaar worden hier hamburgers gebakken en kip gefrituurd. Het is een transformatie die het veranderende gedrag van de Nederlandse consument perfect laat zien, zegt Locatus-directeur Gertjan Slob. Locatus onderzoekt winkelvastgoed in onder meer Nederland. Het bureau deelde zijn data met de Volkskrant.Bezorgrestaurants, zoals de Duitse keten Burgerme, doken het afgelopen decennium massaal op in de winkelstraat: zij maakten tussen 2014 en nu een groei door van 275 procent. Het begon allemaal rond 2015, vertelt Slob. ‘Tijdens de corona-epidemie werd het een spurt omdat restaurants moesten sluiten. Met name jongeren bestellen veel eten.’

Van bedden naar burgers

Een plek in het centrum is handig om dagjesmensen en personen die in het centrum werken te kunnen bedienen, zegt Tim Meijers, hoofd franchisegever van Burgerme in Nederland. ‘Maar de bulk blijft bezorging.’Op de plek van de Burgerme zaten voorheen meubel- en beddenzaken. Uit de data van Locatus blijken die de afgelopen twintig jaar in de winkelstraten te zijn gedecimeerd: maar liefst 74 procent van de lampenwinkels en 61 procent van de beddenwinkels is verdwenen. De oorzaak: de opkomst vanaf de jaren negentig van de meubelboulevards.

De beautyboom

Er is een beauty-revolutie gaande in Nederland, ziet Stephanie Dinkla. Op De Kamp 46 runt ze een salon voor ontharing en huidbehandelingen. ‘Nederland lag jaren achter op de schoonheidstrend door onze houding: doe maar normaal, dan doe je al gek genoeg. Maar nu zijn we met een inhaalslag bezig.’

Van reizen naar laseren

De data van Locatus ondersteunen haar verhaal. Er zijn de afgelopen jaren honderden schoonheidssalons, tattoo-shops, fitnesstudio’s, afslankstudio’s en nagelsalons in de Nederlandse winkelgebieden bijgekomen. Dinkla: ‘Vrouwen, maar ook steeds meer mannen, besteden steeds meer geld aan hun lichaam.’ Dat komt deels door de internationalisering en deels door fitboys en make-upinfluencers op sociale media, denkt ze. ‘En dat zie je terug in de winkelstraten.’Dinkla zit met haar salon in een pand waar voorheen reisbureaus waren gevestigd. Maar die, blijkt uit data van Locatus, zijn zo goed als verdwenen: van de 838 reisbureaus die er in 2004 in winkelgebieden en stadscentra waren, zijn er nog maar 179 over. De reismarkt heeft zich nagenoeg volledig verplaatst naar online. Ook zijn veel meer mensen zelf gaan boeken door sites als AirbnB en Booking, en bieden vliegtuigmaatschappijen steeds vaker reispakketten aan.

De opkomst van de gemakssuper

Je zou het het Albert Heijn-to go-effect kunnen noemen. Sinds de Zaanse grootgrutter in 2001 in Rotterdam de eerste to-go in een winkelstraat opende, duikt deze kleinere supermarktvariant op in steeds meer winkelcentra. Op De Kamp in Amersfoort zit bijvoorbeeld al zeven jaar een Spar City.‘Een tussenstop tussen horeca en zelf koken’, noemt franchisenemer Bas Dekker deze nieuwe supermarkt waar je alleen met mandjes kunt inkopen. ‘We zijn een gemakswinkel. We hebben alles voor de dagelijkse boodschappen, en een groot assortiment aan vers belegde broodjes, barista-koffie, tosti’s en verse maaltijden.’

Tussen uit eten en zelf koken

Ook aan dit fenomeen zie je dat de consument gemak steeds meer waardeert, zegt Slob van Locatus. Daarbij komt dat er steeds meer wordt gewoond in het centrum. ‘In het centrum komt steeds meer vastgoed vrij. Vooral jongeren willen steeds meer stedelijk wonen. Ook zij gaan naar deze winkels.’

Koffie als lifestyle

Simon Lévelt, dat is nou een typische image-winkel, zegt Slob. Het zijn winkels die voor veel mensen voor kwaliteit staan, of een bepaalde (luxe) levensstijl. Je wilt er graag naartoe omdat je er kunt ruiken, voelen en proeven en je er cadeautjes kunt halen. Je ziet dit terug aan hoe goed koffie- en theewinkels het doen. ‘Maar ook winkels als Rituals en Dille en Kamille vallen hieronder.’De Langestraat 85 bood meerdere keren onderdak aan modezaken. Dit type winkels heeft erg geleden onder de opkomst van het onlinewinkelen. Een kantelpunt was 2008, toen de financiële crisis begon: ‘Veel problemen die al jaren onder de oppervlakte speelden, kwamen tijdens de crisis boven.’

Ruiken en proeven

Ook de opkomst van fast fashion hielp niet. Vooral kleine dames- en herenzaken konden niet concurreren met winkels als Zara en H&M. Die wisselen iedere paar weken hun collectie, waardoor klanten blijven terugkomen om te kijken of er al iets nieuws is.Het gevolg: honderden kleding- en schoenenzaken verdwenen.

Kleine ondernemers die overeind zijn gebleven, bieden vaak iets speciaals of bezitten het pand waardoor ze geen huur hoeven te betalen.Inmiddels heeft fast fashion plaats gemaakt voor ultra fast fashion. Waar H&M en Zara eerder kleine modeketens verdreven uit de winkelstraat, worden ze nu ingehaald door de Chinese ultra-fastfashiongigants Shein, die nog goedkoper is en nog sneller van collectie wisselt. Om die reden besloot de Zara in 2021 het aantal fysieke winkels terug te schroeven en te vertrekken uit Amersfoort.

Met een eigen pand overleven

Als een Gallisch dorpje, volledig omsloten door buitenlandse ketens, staat wolwinkel HW Mur nog fier overeind in de Langestraat. Sinds haar moeder de winkel in 1953 begon, is het altijd een familiezaak gebleven, vertelt de 73-jarige Liesbeth Mur, die nu de winkel runt. ‘Zij heeft tot haar 90ste doorgewerkt en ik wil ook nog wel even door, als mijn gezondheid en de financiën het toelaten.’

Handwerk herleeft

Dat ze in het duurste stuk winkelstraat van Amersfoort kan overleven als lokale ondernemer komt mede doordat handwerk een kleine revival doormaakt. Maar belangrijker is dat Mur geen personeel heeft en dat ze geen huur betaalt. Dit is haar eigen pand. ‘De zaken om ons heen betalen tot wel 85 duizend euro aan huur per jaar, een bedrag dat alleen grootwinkelbedrijven kunnen betalen. En zelfs zij hebben problemen. Esprit is weg, en ook Scotch en Soda konden het niet rooien.’

Leegstand en verloedering

‘Schoenen zijn een wegwerpartikel geworden’, zegt Slob over het verdwijnen van schoenenmakers in het hele land. ‘Je ziet hier ook vergrijzing: dit soort ambachten sterven uit. Daarbij geldt ook dat als je voor twintig euro een nieuw paar kunt kopen, veel mensen hun oude niet laten repareren.’Toch heeft hij ook hoop voor deze beroepsgroep. ‘We zien het nog niet in de data, maar ik kan me voorstellen dat door het toenemende milieubewustzijn van een deel van de consumenten een kentering in gang zal komen.’

De Utrechtsestraat 17 staat sinds een jaar leeg. Het is lang niet het enige leegstaande pand in het winkelgebied van Amersfoort. Van de 613 winkel- en horecapanden in Amersfoort staan er zestig leeg, blijkt uit de cijfers van Locatus. Leegstand is een taai probleem, vertellen ondernemers in de straat. Veel vastgoedeigenaars willen niet voor een verlaagde prijs verhuren omdat dan de waarde van het vastgoed omlaag gaat en ze problemen krijgen met de bank.

Uitstervende ambachten

Maar, zegt Slob, wat mensen die de winkelstraat telkens weer doodverklaren weleens vergeten, is dat de vastgoedmarkt ‘geen gesloten systeem is’. De winkelstraat functioneert zoals ieder ander economisch systeem, legt hij uit. Als er leegstand is, zakken de sommige prijzen en dat biedt mogelijkheden voor andere ondernemers, zoals blijkt uit de groei van het aantal horecazaken, nagelsalons en escaperooms in winkelgebieden.Ook de rente heeft een grote invloed op de leegstand. Het aantal lege panden in Nederland nam na 2021 af omdat de rente zakte en partijen weer konden investeren in het verbouwen van panden. Over het horrorscenario Frankrijk is Slob kort: ‘Daarvoor zijn we te veel een land van ruimtelijke planning. Gemeenten laten dit niet gebeuren.’

Van winkelstraat naar eetstraat

We zijn aan het einde van de Utrechtsestraat aangekomen, bij nummer 46. In dit pand zaten tot 2020 telecomwinkels van grote merken. Ook die zijn op veel plekken uit de winkelstraten verdwenen. De reden: consumenten sluiten online hun abonnementen af. De telecombedrijven die er nog wel zijn, zijn van kleine ondernemers die zich focussen op telefoonreparatie en vaak bijklussen als pakketpunt.

Dat op de Utrechtsestraat 46 nu een horecazaak zit die ijs en broodjes verkoopt, is geen toeval. Horeca doet het al jaren wél goed in de winkelstraat. Vanaf 2015 hebben veel gemeenten, en ook Amersfoort, hun vergunningenbeleid gewijzigd om horeca de leegstand op te laten vullen. Dat werkte, al zit deze markt nu wel ongeveer aan het einde van de groei, ziet Slob.

Van bellen naar lunchen

De horeca-eigenaars in Amersfoort zien nog volop kansen. Zo merkt een café-eigenaar op dat veel jongeren bij hem komen eten omdat ze nog thuis wonen door de muurvaste woningmarkt en geen vrienden bij hun ouders willen ontvangen. Ook internationale toeristen die steeds vaker Nederland ontdekken, strijken graag neer voor een hapje of een drankje in het winkelgebied.

Eigenaar Friso Hennings Backer van Italiaanse ijs- en koffiesalon Gelato Burano ziet nóg een doelgroep die kansen biedt. ‘Er zijn steeds meer ouderen die niet meer werken. Zij gaan een dagje fietsen, winkelen en op een terrasje zitten.’ En dat ziet hij terug in zijn verkoopcijfers. ‘We verkopen hier veel malaga, stracciatella en pistache-ijs. Smaken die vooral zestigplussers kiezen.’

Voeg een opmerking toe

beschermd met reCAPTCHA Privacy - Voorwaarden
Annuleren