Tekst: Herman Stil.
Met het faillissement van de sportketens Perry Sport en Aktiesport lijkt winkelrampjaar 2023 compleet. En het is nog niet over, waarschuwen winkelvorsers. ‘Ik zie nog geen signalen voor herstel.’
Tot oktober zijn er volgens het CBS al 220 winkelondernemers failliet gegaan, groot en klein; en het aantal faillissementen in de winkelstraat neemt steeds sneller toe.
Geprobeerd, maar toch gestrand. Het laatste restje sportwinkels uit de roemruchte stal van Perry Sport is failliet. De Aalsmeerse eigenaar Sports Unlimited Retail is woensdag door de Amsterdamse rechtbank failliet verklaard.
Daarmee valt het doek voor een van de oudste winkelketens in Nederland: 157 jaar geleden naar Brits voorbeeld opgericht in Amsterdam als warenhuis Perry & Co, met de eerste vestiging in de Amsterdamse Kalverstraat.
Na een serie fusies, in 1959 tussen Perry Engros en het Amsterdamse Leo van der Kar tot Perry van der Kar en in 1977 onder de vleugels van VendexKBB met Sporthuis Centrum, ontstond Perry Sport. In 2006 werd sportketen Aktiesport toegevoegd en ontstond Sports Unlimited.
Al eerder failliet
Dat ging in februari 2016 al eens failliet in het kielzog van warenhuis V&D en schoenenketen Scapino – waaraan beide sportketens artikelen leverden en shop-in-shops uitbaatten.
De 189 zaken kwamen daarna in handen van de Britse sportgigant JD Sports, dat hardhandig ingreep. Dat had aanvankelijk succes, tot corona beide ketens diep in de verliezen drukte.
Het afgelopen jaar werden Perry en Aktiesport opnieuw uitgekleed. JD bracht de twee in 2021 onder bij haar Spaanse dochter Sprinter, met de opdracht alle activiteiten gelijk te schakelen. De oer-Perry aan de Kalverstraat werd door de Britten zelf in gebruik genomen als uithangbordwinkel.
Bedoeling was dat op termijn alle Perry’s en Aktiesports als Sprinter zouden verdergaan, waarbij bij nog meer zaken moesten sluiten. Van het hoogtepunt met bijna 200 vestigingen, zijn er inmiddels nog 54 over, de helft inmiddels omgebouwd tot Sprinter.
Te laat voor efficiencyslag
“Die naamsverandering heeft ook niet geholpen,” zegt retailbankier Dirk Mulder van ING, “want niemand in Nederland kent Sprinter. Maar zo’n besluit is natuurlijk niet voor niets. Door aan te haken bij Sprinter, dat heel groot is in Zuid-Europa, hadden ze een efficiencyslag kunnen maken. Maar het was waarschijnlijk te laat.”
Het faillissement verbaast hem dan ook niet. “Perry was niet actueel meer in de markt. Het past ook in een aantal grote faillissementen van modewinkelbedrijven waar je aan kon zien dat ze het niet goed meer deden. Score investeerde te weinig in zijn vestigingen, Scotch & Soda focuste zich op het verkeerde moment op dure locaties in het buitenland.”
Het bankroet volgt op een trits faillissementen dit jaar in de winkelstraat, zoals onlangs elektronicaketen BCC en knakenketen Big Bazar en dit voorjaar modewinkels van Shoeby en kledingzaken van Scotch & Soda.
Tot oktober zijn er volgens het CBS al 220 winkelondernemers failliet gegaan, groot en klein; en het aantal faillissementen in de winkelstraat neemt steeds sneller toe. In het derde kwartaal van dit jaar lag dat cijfer 60 procent hoger dan een jaar eerder.
Van de ene crisis naar de andere
“Winkeliers gaan nu van de ene crisis naar de andere,” zegt winkeleconoom Gerarda Westerhuis van ABN Amro. Eerst corona en, net nu de omzet lekker op gang is, zijn er alle kostenstijgingen: energie, huren en de stijging van personeelskosten. Ondernemers moeten daardoor steeds meer gaan betalen, terwijl de verkoopvolumes dalen. En er zijn veel ondernemers die nog schuld moeten terugbetalen. Dan kan ik me voorstellen dat het niet iedereen lukt.”
“Dit is ook een correctie. Na twee jaar corona, met veel steun en weinig faillissementen, is het nu logisch dat het aantal faillissementen teruggaat naar het niveau van voor corona. Maar we zitten nog niet op het niveau van 2019.” Toen gingen er in het hele jaar 369 winkelbedrijven over de kop.
Westerhuis ziet wel lichtpuntjes. “Het goede nieuws is dat de logistieke kosten weer zijn gedaald. We verwachten voor volgend jaar koopkrachtherstel na 2 jaar krimp. De vraag naar producten zal toenemen, maar niet overal. Voor supermarkten en elektronica zie ik een plus, maar voor kleding en voedingsspeciaalzaken als bakker en slager, nog een min.”
Druppel op de gloeiende plaat
Retailbankier Mulder is sceptischer. “Dit is nog maar een druppel op de gloeiende plaat. De vooruitzichten blijven onzeker. Ik betwijfel of we erdoorheen zijn. De markt is best positief, maar ik zie de signalen voor herstel nog niet.”
“Er zal nog wel een aantal ketens omvallen. Partijen die er toch al niet goed voor staan, wat verder van de consument afstaan en onvoldoende hebben geïnvesteerd. Maar daar komt wel weer vernieuwing voor in de plaats. Winkelformules als Action of PME Legend, die investeren in winkels om actueel te blijven, doen het nu prima.”
Volgens Rabo-econoom Olaf Zwijnenburg moeten winkelondernemers en overheden samen optrekken om te voorkomen dat alle problemen ten koste gaan van het aanbod in de winkelstraten. “Veranderingen in de retailsector hebben ook gevolgen voor winkelgebieden die compacter, relevanter en aantrekkelijker moeten worden. Dat vraagt om samenwerking tussen winkeliers, vastgoedeigenaren en gemeenten.”
Verleiden
“Winkelondernemers moeten hun businessmodel aanpassen. Klanten bezoeken winkels vaak niet uit noodzaak, maar vanwege een bewuste keuze.”
“Fysieke winkels blijven relevant als ze er in slagen klanten te verleiden hun schaarse vrije tijd te besteden aan shoppen,” zegt Zwijnenburg. “Door consumenten te verbinden met producten, merken en medewerkers op een manier waarbij ze toegevoegde waarde hebben. Veel bestaande winkels hebben een kwalitatief probleem terwijl ze juist een sterk attractieve omgeving moeten zijn waar de consument graag naartoe gaat.”